Leerteam 2 (groepen 4, 5 en 6)
Groep 4
Onderstaand de doelen waar we aankomende weken aan werken.
Doelen rekenen:
Ik kan de tafel van 5 en 10 gebruiken om sommen uit te rekenen;
Ik kan een bedrag t/m 100 euro samenstellen met munten en biljetten. Het bedrag uitrekenen met “hoeveel het kost, hoeveel ik geef en hoeveel ik terug krijg”;
Bij de juf/meester tafel van 4 opzeggen voor 18 februari.
Doelen taal:
Ik kan een waar-deel aan de zin toevoegen;
Ik kan de zin inkorten.
Doelen spelling:
Ik kan woorden met au schrijven;
Ik kan woorden met ou schrijven.
Groep 5
Doelen rekenen:
– Ik kan bepalen hoeveel meter (m), decimeter (dm) of centimeter (cm) iet is in een context;
– Ik kan de oppervlakte en de omtrek bepalen van een figuur met hulp van de schaal.
Naast bovenstaande rekendoelen besteden wij in de klas aandacht aan het klokkijken: de analoge- en digitale klok. Het is fijn als dit thuis ook geoefend wordt!
Doelen taal:
– Ik kan het onderwerp van een zin vinden;
– Ik kan met een verwijswoord verwijzen naar mensen.
Technisch lezen:
– Ik kan meerlettergrepige woorden lezen met -isch-, zoals biologisch en fantastisch;
– Ik kan vloeiend lezen.
Groep 6
Doelen rekenen:
Ik kan een opgave uitrekenen met de rekenmachine;
Ik kan een getal afronden op een nabijgelegen tiental of honderdtal.
Doelen taal:
Ik kan van twee zinnen één zin maken met een voegwoord;
Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd schrijven als er jij of je voor staat.
Doelen spelling:
Ik kan samengestelde woorden correct spellen.