Leerteam 1 (groepen 1, 2 en 3)

woensdag 5 februari 2020

Info uit groep 1/2
Aankomende week komt er een echte kok bij ons vertellen en gaat hij iets met ons bereiden!

Doelen voor rekenen:
-het in één keer herkennen van het aantal stippen op een dobbelsteen (gr. 1)
-het sorteren van voorwerpen op basis van 1 kenmerk (gr. 1) of 2 kenmerken (gr. 2) (bv. dit is groente en is groen)
-het gebruiken van begrippen als duur/duurder/goedkoop/goedkoper (gr. 1 & 2)
-het gepast afrekenen van bedragen onder de 10 euro met 1 en/of 2 euro (gr. 1 & 2)

Doelen voor taal:
-Het voorspellen van de inhoud van een boek door naar de voorkant te kijken (gr. 1 & 2)
-Het begrijpen waar geschreven teksten voor dienen (gr. 1)
-Het herkennen en benoemen van de letter ‘z’ (gr. 2) Zoekt u met uw kind iets voor de letterkast?
-Het onderscheiden van woorden in een zin (bv. de kok kookt het eten. Welke woorden zitten in die zin?) (gr. 1)
-Het herkennen/lezen van de eigen naam (gr. 2)

Info uit groep 3
Lezen:
Groep 3 is gestart in kern 7.
Doelen:
-We herhalen woorden met dubbelklanken en oefenen deze in, zoals wiel, vijf, rauw, zuig etc
-We lezen en schrijven lange woorden, zoals voetbal, zeilboot etc
-We lezen woorden, zoals helm, laars, snuit, vlieg
-We leren verwijswoorden bezittelijke voornaamwoorden in verhaaltjes herkennen en toepassen, zoals hij, hem, zij, haar
-We leren Woorden met de letter Sch-, zoals schoen
-We leren woorden lezen met de -ng, zoals ring

Rekenen:
-We leren pijlsommen tot en met 20
-We leren een bedrag betalen met briefgeld van €5 en €10, en muntgeld van €1 en €2 t/m 20
-We leren tellen tot 30
-We leren splits sommen t/m 20
-We leren verliefde hart sommen (samen 10)

Woordenschat:
We leren alles over het thema restaurant.
We hebben het over wie en wat zie je in een restaurant. Wat doen ze ? Hoe gaat dat en waarmee enz. (de kok, serveerster, gasten etc.)
Na ook de eigen smaak verkend te hebben (menukaart voor het eigen restaurant maken) en de tafel netjes dekken, richten we ons deze week op de ingrediënten voeding, groenten, fruit, vlees, zuivel enz.

 

 

Delen via