Leerteam 3 (groepen 7 en 8)

maandag 30 september 2019

GROEP 7
Aan de volgende doelen gaan wij werken:
TAAL
Ik kan het onderwerp uit een zin halen.
Ik kan enkele uitdrukkingen gebruiken in een zin.
Ik kan het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik zien.
Ik kan de betekenis van een onbekend woord achterhalen door de omgeving van een woord te bekijken.
SPELLING
Ik kan woorden met au en ou schrijven.
Ik kan woorden in de verleden tijd schrijven.
Ik kan woorden met isch schrijven.
Ik kan woorden schrijven met de c die klinkt als een s of k.
REKENEN
De kinderen die werken met Pluspunt zijn bezig met de volgende doelen:
Ik kan cijferend optellen en aftrekken toepassen in contexten met hele getallen tot ongeveer 10000.
Ik kan percentages aflezen en inkleuren in een cirkeldiagram of strook en zeer eenvoudige berekeningen maken.
Ik kan cijferend optellen en aftrekken toepassen in contexten met hele getallen en met kommagetallen met gelijke aantallen cijfers achter de komma tot ongeveer 10000.
Ik kan eenvoudige percentages uitrekenen.
De kinderen die werken met Maatwerk zijn bezig met de volgende doelen:
Ik kan cijferend vermenigvuldigen met tientallen en eenheden.
Ik kan getalsymbolen boven de 1000 herkennen, benoemen en noteren.
Ik kan in het getalgebied tot 1000 hoofdrekenen met optel- en aftrek opgaven.

GROEP 8
Herinnering:
Denkt u aan de informatieavond over het voortgezet onderwijs op maandag 7 oktober a.s.?
Ik ontvang u om 18.15 uur op het Edison College. We starten om 18.30 uur.

TOETSEN
Wij hebben op dinsdag 8 oktober de toets van Natuniek thema 1.
Wij hebben op maandag 14 oktober de toets van Engels Unit 1.
Wij werken aan de volgende doelen:
TAAL
Ik weet wat inhoudswoorden zijn (werkwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en bijwoord).
Ik weet wanneer ik een punt, uitroepteken of vraagteken moet gebruiken aan het einde van een zin.
Ik kan het onderwerp, het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp vinden in een zin.
Ik weet wat schrijftaalwoorden en spreektaalwoorden zijn.
SPELLING
Ik kan samenstellingen met de tussenletters –en- schrijven (woordenboek).
Ik kan samenstellingen met een tussen –e- schrijven (groenteman).
Ik kan samenstellingen met de tussenletter –s- schrijven (dorpsstraat).
WERKWOORDSPELLING
Ik leer hoe ik bijvoeglijke naamwoorden schrijf die afgeleid zijn van het voltooid deelwoord (de gekleurde muur, de gebrande pinda, het geproefde eten).
Ik leer hoe ik het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord van zelfde-klankwerkwoorden schrijf (de gefietste afstand, de geschatte afstand).
Ik leer hoe ik het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord van zelfde-klankwerkwoorden met voorvoegsel en stam op –d of –t schrijf (het bestede geld, de vergrote foto).
REKENEN
Ik kan schattend rekenen.
Ik kan rekenen met schaal.
Ik kan de oppervlakte berekenen.
Ik kan de omtrek berekenen.

 

 

 

 

Delen via