Leerteam 3 (groepen 7 en 8)

Groep 7
Donderdag 19 december en vrijdag 20 december staan in het teken van kerst. We hebben al mooie versieringen in de klas geknutseld en gaan nog bezig met een placemat. Verder zijn we druk aan het oefenen voor de kerstviering in de hal a.s. donderdagavond!

Na de vakantie gaan we bezig met de volgende doelen:
Taal
Ik kan in een zin het gezegde en het lijdend voorwerp benoemen;
Ik kan bepalingen uit een zin halen;
Ik kan in een zin een zelfstandig werkwoord en een hulpwerkwoord binnen het gezegde herkennen en benoemen;
Ik kan de betekenis van een onbekend woord achterhalen door de eerst drie stappen van het stappenplan ‘Onbekend woord’ uit te voeren.

Spelling
Ik kan woorden schrijven met th die klinkt als t;
Ik kan de verleden tijd van werkwoorden schrijven;
Ik kan verkleinwoorden met –aatje, -ootje of –uutje schrijven.

Rekenen
Ik kan rekenen met breuken;
Ik kan in een context met hele getallen vermenigvuldigen met of delen door een breuk of kommagetal;
Ik kan rekenen met procenten;
Ik kan opgaven met veelvoorkomende tijdmaten en snelheden uitrekenen.

Groep 8
Aan de volgende doelen werken wij de komende weken:
Rekenen:
Ik kan de som(men) uit een redactiesom halen en berekenen
Ik herken rekentaal en weet bij welke rekenhandeling die horen
Ik ken het stappenplan redactiesommen en gebruik deze bij het oplossen van de sommen
Taal:
Ik leer de betekenis van de themawoorden;
Ik leer wat telwoorden zijn;
Ik kan het gebruik van een komma, een puntkomma en een dubbele punt juist toepassen;
Ik leer wat een bedrijvende en lijdende vorm van een zin is, en kan een bedrijvende zin omzetten in een lijdende zin;
Ik leer wat wederkerende werkwoorden zijn.

Spelling
Ik leer hoe ik woorden met –iaal, -ieel en –ueel schrijf (liniaal, financieel, actueel);
Ik leer hoe ik meervouden van woorden met een onbeklemtoonde –e- of –i- aan het eind schrijf (leeuweriken);
Ik leer hoe ik woorden met een lange klank of een korte klank aan het eind van een klankgroep schrijf (jager – bakker – leraressen).

Werkwoordspelling 
Ik leer hoe ik de infinitief (hele werkwoord) in een zin schrijf;
Ik leer hoe ik het hele werkwoord en de verleden tijd meervoud van dezelfde klankwerkwoorden schrijf;
Ik leer hoe ik het tegenwoordig deelwoord schrijf.