Leerteam 2 (groepen 4, 5 en 6)

woensdag 10 juni 2020

Hierbij de doelen komende weken van de groepen 4, 5 en 6 (leerteam 2)

Groep 4:
Rekenen:
Ik kan op een digitale klok hele en halve uren aflezen
Ik kan een geldsom verbinden aan een optelsom of een aftreksom.

Taal:
Ik kan zeggen wat een voorzetsel is.
Een lidwoord, bijvoeglijk naamwoord en zelfstandig naamwoord vormen samen een zinsdeel

Spelling:
Ik kan woorden met open lettergreep schrijven.
Ik kan woorden met gesloten lettergreep schrijven.

Groep 5:
Wat is het fijn om weer samen in de klas te zijn! De komende weken werken we aan de volgende doelen:
Ik kan een deelsom met rest uitrekenen en het goede antwoord geven op een bijbehorende vraag in een context (rekenen).
Ik kan een thermometer aflezen en een conclusie daaraan trekken (rekenen).
Ik kan de regelmatige en onregelmatige vorm van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd gebruiken (taal).
Ik kan van een mannelijke persoonsnaam een vrouwelijke maken en andersom (taal).
Ik kan woorden waarbij de s in een z verandert en de f in een v verandert correct schrijven (spelling).
Ik kan woorden met een tweetekenklank aan het eind van de lettergreep correct schrijven (spelling).

Groep 6:
Rekenen:
Ik kan vermenigvuldigingen van het type 4×56, 6×135 en 23×74
Ik kan rekenen met geld.

Taal:
Ik kan persoonlijke voornaamwoorden herkennen en benoemen in de zin.
Ik kan een woord aan het einde van de regel afbreken.

Spelling:
Ik kan woorden met een open waar sprake is van een korte klank correct spellen. Voorbeeldwoord; banaan
Ik kan werkwoorden in de tegenwoordige tijd correct spellen.

 

 

 

Delen via